SAMPLE EDIT (VOICE)-instellingen
Dit zijn de parameters (in te stellen items) die u ziet wanneer u op de [G] (VOICE)-knop drukt terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt.
Gebruik de [TEMPO/VALUE]-regelaar om een parameter te selecteren en druk op de [C´] (ENTER)-knop om de waarde van de parameter te bewerken.
MEMO
Als u deze inhoud op uw smartphone bekijkt, raden we u aan uw smartphone te draaien naar de landschapsmodus.
Parameter | Display | Bedieningselement | Waarde | Uitleg |
|---|---|---|---|---|
Sample (*1) | S÷PL |
| A-1, A-2, ..., h-7, h-8 | Selecteert de sample die is toegewezen aan de [GRANULAR]-pad. Als het geselecteerde sample stereo is, wordt alleen het L-kanaal toegewezen. |
Coarse Tune | C.tUn | [PITCH]-regelaar (*4) | -24–24 | Past de toonhoogte van de sample aan in halve tonen. |
Fine Tune | F.tUn |
| -100–100 | Past de toonhoogte van de sample in cent aan. |
Detune | dEtU |
| 0–100 | Wijzigt willekeurig de toonhoogte die wordt gebruikt om noten te triggeren wanneer samplepads worden geselecteerd. Dit wijzigt willekeurig de toonhoogte die wordt gebruikt om noten te triggeren voor elke grain wanneer de [GRANULAR]-pad wordt geselecteerd. |
Head Position (*1) | h.PoS | [START]-regelaar (*4) | 0.000–(sample end time) (*5) | Stelt de begintijd (koppositie) in voor de sample die wordt gebruikt om de grain te genereren. |
Head Speed (*1) | h.SPd |
| -4.00–4.00 | Stelt de afspeelsnelheid van de grain in (de snelheid waarmee de afspeelkop beweegt). Als dit is ingesteld op een positieve waarde, gaat (speelt af) de kop van de positie die is ingesteld in Head Position naar het einde van de sample. Als dit is ingesteld op een negatieve waarde, gaat (speelt af in omgekeerde richting) de kop van de positie die is ingesteld in Head Position naar het begin van de sample. Wanneer de kop het einde/begin van de sample bereikt, keert deze terug naar de positie die is opgegeven in Head Position en herhaalt het afspelen. |
Spread (*1) | SPrd | [CTRL1]-regelaar (*3) | 0–100 | Past de positie aan waarop de grain wordt gegenereerd op basis van de positie die is ingesteld in de parameter Head Position. Als de waarde van Head Speed positief is, speelt de kop willekeurig af vanaf het punt na de Head Position; en als de waarde van Head Speed negatief is, speelt de kop willekeurig af vanaf het punt vóór de Head Position. |
Grains (*1) | GrnS | [CTRL2]-regelaar (*3) | 0.5–8.0 | Stelt de dichtheid in waarbij de grains gedurende een bepaalde tijd worden gegenereerd. |
Grain Shape (*1) | G.ShP | [CTRL3]-regelaar (*3) | OFF, 1–49, 50, 51–100 | Stelt in hoe het grainvolume verandert. Als dit is uitgeschakeld, wordt het volume behandeld als een blokgolf (geen volumeverandering). Met een waarde van 1–49 verdwijnt het volume langzaam (fade-out) (); een waarde van 51–100 doet het volume langzaam toenemen (fade-in) () en een waarde van 50 geeft een halve fade-in, halve fade-out (). |
Grain Size (*1) | G.SiZ | [END]-regelaar (*4) | 0.000– (sec) (*5) | Stelt de grootte van de grain in. MEMO De grootte van de grain wordt beïnvloed door de parameters Coarse Tune, Fine Tune en Grain Time Key Follow. |
Grain Reverse Probability (*1) | G.rvS |
| 0–100 | Stelt de waarschijnlijkheid in van het genereren van grains die achteruit spelen. Grotere waarden creëren meer grain die achteruit spelen. |
Grain Timing Jitter (*1) | G.T÷.J |
| 0–100 | Wijzigt willekeurig de timing waarop grain worden gegenereerd. Grotere waarden zorgen ervoor dat de grain op meer willekeurige tijden optreden. |
Grain Time Key Follow (*1) | G.Ky.F |
| 0–255 | Stelt in hoe de grootte van de grain verandert op basis van de toets die u speelt. Grotere waarden maken de grootte van de grain uniform, ongeacht welke toets u speelt. Als gevolg hiervan worden de afspeeltijden van de grain korter wanneer u hogere toetsen speelt en worden de afspeeltijden van de grain langer wanneer u lagere toetsen speelt. Kleinere waarden verlengen de grootte van de grain wanneer u hogere toetsen speelt en verkorten de grootte van de grain wanneer u lagere toetsen speelt. Als gevolg hiervan zijn de afspeeltijden van de grain hetzelfde, ongeacht welke toets u speelt. Wanneer u dit instelt op 0 en een akkoord speelt, worden de timings (loopcycli) die door elke toets worden getriggerd, opgelijnd. |
Start Mode (*1) | St.÷d |
| CoLd (Cold), hot (Hot) | Stel dit in op “Cold” om de grain te laten spelen terwijl hun aantal geleidelijk toeneemt. Stel dit in op “Hot” om alle grain tegelijk te laten spelen. MEMO Dit effect wordt geproduceerd wanneer de parameter Grains is ingesteld op grotere waarden. |
Chop (*2) | ChoP |
| OFF, 2–64 | Splitst een sample in gelijke delen. De opgesplitste samples worden respectievelijk toegewezen aan nootnummers, van C4 tot D´9. |
Start Position (*2) | S.PoS | [START]-regelaar (*4) | 0.000–eindtijd van de sample (sec) (*5) | Stelt de begintijd van het afspelen van een sample in. |
Size (*2) | SiZE | [END]-regelaar (*4, *6) | 0.000– (sec) (*5) | Stelt de samplelengte in (het afspeelbereik vanaf Start Position). |
Loop Size (*2) | LP.SZ | [END]-regelaar (*4, *6) | 0.000– (sec) (*5) | Stelt de lengte in van het afspelen in een lus van de sample. De lus wordt afgespeeld vanaf de tijd die is ingesteld in de parameter Loop Size (luspunt) tot de lengte die is ingesteld in de parameter Size. |
T.Env Mode | t.Env |
| ADSR (ADSR) | Wijzigt het volume met behulp van een typische ADSR-curve (attack-decay-sustain-release). |
ADR (ADR) | Wijzigt het volume in de AÓDÓR-fasen van de envelope, zonder te wachten tot u de toets loslaat. | |||
ADA.C (Cyclic) | Verandert het volume boven de AÓDÓAÓ... en herhaalt de cyclus van de envelope zolang de toets wordt ingedrukt. | |||
T.Env Attack | t.Atk | [PITCH]-regelaar (*3) | 0–255 (0–10 sec) | Stelt de attacktijd in (A). |
T.Env Decay | t.dCy | [START]-regelaar (*3) | 0–255 (0–10 sec) | Stelt de decaytijd (D) in. |
T.Env Sustain | t.SUS | [END]-regelaar (*3) | 0–255 | Regelt het sustainniveau (S). |
T.Env Release | t.rEL | [LEVEL]-regelaar (*3) | 0–255 (0–10 sec) | Stelt de releasetijd (R) in. |
T.Env Time Key Follow | t.Ky.F |
| 0–255 | Hiermee kunt u wijzigen hoe snel de veranderingen in volulme optreden die u instelt met de parameters Env Attack, Env Decay en Env Release, afhankelijk van de toets die wordt gespeeld of getriggerd. Grotere waarden resulteren in een kortere tijd om het volume te wijzigen terwijl u hogere toetsen speelt, en een langere tijd om het volume te wijzigen terwijl u lagere toetsen speelt. Kleinere waarden resulteren in een vaste hoeveelheid tijd om het volume te wijzigen, ongeacht de toets die u speelt. |
Amp Switch | tvA |
| Off, On | Als dit op “On” staat, wordt het volume geregeld volgens de instellingen van Env Attack, Env Decay, Env Sustain en Env Release. |
Mute Group (*2) | ÷U.Gr |
| Off, 1–128 | Configureert de te dempen groep. De samples die in dezelfde groep zijn ingesteld, kunnen niet tegelijkertijd worden afgespeeld. Stel de samples in die u niet samen wilt spelen (geluiden die u niet in lagen wilt leggen). Wanneer u de samples binnen die groep allemaal tegelijkertijd probeert te spelen, hoort u alleen de sample die het laatst begon te spelen. |
- Dit is ingeschakeld voor de [GRANULAR]-pad.
- Dit is ingeschakeld voor de samplepads [1]-[6].
- Dit is ingeschakeld voor SAMPLE EDIT (VOICE).
- Dit wordt ingeschakeld op het bovenste scherm (het tempodisplay dat u ziet direct nadat u het apparaat inschakelt).
- U kunt dit per sample instellen (1 ÷ samplefrequentie).
Daarom verandert de waarde die op het display wordt weergegeven mogelijk niet, zelfs niet wanneer u aan de [TEMPO/VALUE]-regelaar draait.
Draai aan de [TEMPO/VALUE]-regelaar terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt om de waarde nog verder te verhogen. - Wanneer u de regelaar bedient, werken de parameters Size en Loop Size samen.
Beide parameters worden opgeslagen tijdens Motion REC.