Een extern MIDI-apparaat aansluiten

Gebruik een TRS/MIDI-verbindingskabel (zoals een BMIDI-5-35, apart verkrijgbaar) of een MIDI-kabel (zoals een BCC-1-3535, apart verkrijgbaar) om het apparaat aan te sluiten op een extern MIDI-apparaat (zoals een MIDI-compatibel klavier of een ander AIRA Compact-apparaat).

Wanneer u dit apparaat activeert vanaf een MIDI-compatibel klavier waarvan het MIDI-zendkanaal hetzelfde is als het MIDI-kanaal dat is ingesteld met de Auto MIDI Channel-parameter van de P-6, kunt u de samplepads van de P-6 of de [GRANULAR]-pad afspelen in schaalnoten.

 

Als u een MIDI-compatibel klavier gebruikt waarvan het MIDI-zendkanaal hetzelfde is als het MIDI-kanaal dat is ingesteld met de Sampler MIDI Channel-parameter van de P-6 een noot afspeelt binnen het C3–B6-bereik (nootnummers 48–95), activeert dit de overeenkomstige samplepads (bank A, samplepad [1] naar bank H, samplepad [6]).

Raadpleeg “MIDI-implementatieschema” voor meer informatie.

MEMO

De nootnummers worden gebruikt om de samplepads te specificeren.

Daarom kunt u geen schaalnoten opgeven (de toonhoogte verandert niet voor elke noot).

 

De nootnummers die worden verzonden op het kanaal dat is opgegeven in Sampler MIDI Channel op de P-6 komen overeen met noten in het C3–B6-bereik (nootnummers 48–95), die worden geactiveerd door samplepad [1] van bank A t.e.m. samplepad [6] van bank H.

Raadpleeg “MIDI-implementatieschema” voor meer informatie.