TW-1

De TW-1 regelt het wah-effect op basis van de sterkte van uw aanslag, en produceert geluiden die niet kunnen worden bereikt met een wah-pedaal.

Het wah-geluid kan worden veranderd van een dieper in een zachter geluid en kan worden gebruikt voor basgitaren of andere instrumenten naast gitaren.

 

Pagina

Parameter

Waarde

Uitleg

1

SENS

0–100

Past de intensiteit van het wah-effect aan ten opzichte van het invoerniveau.

Draai dit in wijzerzin om het wah-geluid sterker te laten klinken, zelfs als u zacht aanslaat.

  • Het gitaarvolume verandert afhankelijk van het aanslaggeluid, niet alleen met de volumeregelaar. Stel dit in op de optimale waarde volgens uw gitaar en speelstijl.

DRIVE

DOWN, UP

Schakelt tussen verschillende methoden voor klankverandering.

De UP-instelling produceert een wah-effect als het filter in een opwaartse frequentierichting opent.

De DOWN-instelling produceert een wah-effect als het filter in een neerwaartse frequentierichting opent.

PEAK

0–100

Past het geluid van het wah-effect aan.

Draai de regelaar in wijzerzin voor een dieper effect en in tegenwijzerzin voor een zachter effect.

2

CTL1 TARGET

OFF, SENS, (DRIVE), PEAK

Selecteert de parameter die moet worden bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL1.

CTL1 MODE

MOMENT, TOGGLE

Selecteert de bedieningsmodus voor de voetschakelaar die is aangesloten op CTL1.

CTL1 VALUE

0–100, (DOWN, UP)

Stelt de waarde in voor de parameter die wordt bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL1.

  • Het instelbereik is DOWN, UP wordt alleen gebruikt als u “DRIVE” selecteert voor CTL1 TARGET.

3

CTL2 TARGET

OFF, SENS, (DRIVE), PEAK

Selecteert de parameter die moet worden bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL2.

CTL2 MODE

MOMENT, TOGGLE

Selecteert de bedieningsmodus voor de voetschakelaar die is aangesloten op CTL2.

CTL2 VALUE

0–100, (DOWN, UP)

Selecteert de waarde voor de parameter die wordt bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL2.

  • Het instelbereik is DOWN, UP wordt alleen gebruikt als u “DRIVE” selecteert voor CTL2 TARGET.

4

EXP TARGET

OFF, SENS, PEAK

Stelt de parameter in die wordt bediend door een expressiepedaal dat is aangesloten op EXP.

EXP MIN

0–100

Stelt de minimumwaarde in voor de parameter die wordt bediend door een expressiepedaal dat is aangesloten op EXP.

EXP MAX

0–100

Stelt de maximumwaarde in voor de parameter die wordt bediend door een expressiepedaal dat is aangesloten op EXP.

5

PEDAL MODE

MOMENT, TOGGLE

Selecteert de bedieningsmodus voor de pedaalschakelaar op de PX-1.

ACTION

OFF ÓON, ON ÓOFF

Stelt in hoe de pedaalschakelaar op dit apparaat werkt als PEDAL MODE is ingesteld op “MOMENT”.