PS-2

De PS-2 is een complex effectapparaat met zowel een toonhoogteverandering als een digitale vertraging in een compact formaat.

Hierdoor kunt u de toonhoogte vrij veranderen over een bereik van ±1 octaaf.

U kunt ook “5” of “6” selecteren voor de MODE-parameter om dit apparaat te gebruiken als een octaver (±1 octaaf).

Als u het apparaat gebruikt als een digitale vertraging, kunt u de vertragingstijd vrij instellen van 30 ms tot maximaal twee seconden.

 

Pagina

Parameter

Waarde

Uitleg

1

BALANCE

100:0–100:100–0:100

Regelt de balans tussen het directe geluid en het effectgeluid.

In de middenpositie worden de directe en effectgeluiden uitgevoerd in een verhouding van 1:1.

Draai de regelaar volledig in tegenwijzerzin om alleen het directe geluid te horen en draai de regelaar volledig in wijzerzin om alleen het effectgeluid te horen.

F.BACK

0–100

In de vertragingsmodus past dit aan hoe vaak het vertragingsgeluid wordt herhaald.

Draai de regelaar volledig in tegenwijzerzin voor een enkele vertraging en in wijzerzin voor meer herhalingen van de vertraging.

In de pitch shift-modus draait u de regelaar in wijzerzin om de toonhoogteverschuiving te verhogen, voor een uniek effect.

FINE/MANUAL

(Instelbereik afhankelijk van de modus), BPM

Voor de vertragingsmodus (1-3) wordt de vertragingstijd ingesteld.

1: 0–100, BPM

2: 0–100, BPM

3: 0–100, BPM

Voor de pitch shift-modus (4) past dit de hoeveelheid toonhoogteverschuiving aan.

4: -1oct–+1oct

Voor de pitch shift-modus (5, 6) heeft deze regelaar geen effect.

5: geen effect

6: geen effect

  • U kunt ņ selecteren voor de BPM in elke modus (de tijd wordt ingesteld zoals gepast, ongeacht de modus).
  • Als dit is ingesteld op “BPM”, kunt u het tempo controleren door te kijken of de CHECK-indicator knippert of door de BPM-parameter te controleren.

2

MODE

1: DLY125ms,

2: DLY500ms,

3: DLY2S,

4: PS MANUAL,

5: PS+1oct,

6: PS-1oct

Schakelt tussen de modi.

Vertragingsmodus (1–3)

1: Produceert een vertragingstijd van 30–125 ms.

2: Produceert een vertragingstijd van 125–500 ms.

3: Produceert een vertragingstijd van 500 ms–2 sec.

Pitch shift-modus (4–6)

4: Verschuift de toonhoogte binnen een bereik van -1 tot +1 octaven.

5: Verschuift de toonhoogte +1 octaaf.

6: Verschuift de toonhoogte -1 octaaf.

BPM

40–250

Regelt alleen het tempo als “BPM” is geselecteerd voor FINE/MANUAL.

  • Dit wordt alleen weergegeven als FINE/MANUAL is ingesteld op “BPM”.

CARRYOVER

OFF, ON

Specificeert of het effectgeluid wordt overgedragen (ON) of niet wordt overgedragen (OFF) als u het effect uitschakelt.

  • Dit wordt alleen weergegeven als MODE is ingesteld op de vertragingsmodus (1-3).

3

OUTPUT

STEREO, DRY/EFFECT

Specificeert de uitvoermodus.

STEREO: Het directe (droge) geluid wordt gemengd met het (natte) effectgeluid en uitgevoerd via de OUTPUT A (MONO)- en OUTPUT B-aansluitingen.

DRY/EFFECT: Het (natte) effectgeluid wordt uitgestuurd via de OUTPUT A (MONO)-aansluiting en het directe (droge) geluid wordt uitgestuurd via de OUTPUT B-aansluiting.

 

 

4

CTL1 TARGET

OFF, BALANCE, F.BACK, FINE/MANUAL, TAP

Selecteert de parameter die moet worden bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL1.

  • Tikbewerkingen zijn uitgeschakeld als er een externe MIDI-invoer is.

CTL1 MODE

MOMENT, TOGGLE

Selecteert de bedieningsmodus voor de voetschakelaar die is aangesloten op CTL1.

  • Dit wordt niet weergegeven als CTL1 TARGET is ingesteld op “TAP”.

CTL1 VALUE

100:0–100:100–0:100, 0–100, BPM

Stelt de waarde in voor de parameter die wordt bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL1.

  • Dit wordt niet weergegeven als CTL1 TARGET is ingesteld op “TAP”.

5

CTL2 TARGET

OFF, BALANCE, F.BACK, FINE/MANUAL, TAP

Selecteert de parameter die moet worden bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL2.

  • Tikbewerkingen zijn uitgeschakeld als er een externe MIDI-invoer is.

CTL2 MODE

MOMENT, TOGGLE

Selecteert de bedieningsmodus voor de voetschakelaar die is aangesloten op CTL2.

  • Dit wordt niet weergegeven als CTL2 TARGET is ingesteld op “TAP”.

CTL2 VALUE

100:0–100:100–0:100, 0–100, BPM

Selecteert de waarde voor de parameter die wordt bediend met een voetschakelaar die is aangesloten op CTL2.

  • Dit wordt niet weergegeven als CTL2 TARGET is ingesteld op “TAP”.

6

EXP TARGET

OFF, BALANCE, F.BACK, FINE/MANUAL

Stelt de parameter in die wordt bediend door een expressiepedaal dat is aangesloten op EXP.

EXP MIN

100:0–100:100–0:100, 0–100, BPM

Stelt de minimumwaarde in voor de parameter die wordt bediend door een expressiepedaal dat is aangesloten op EXP.

EXP MAX

100:0–100:100–0:100, 0–100, BPM

Stelt de maximumwaarde in voor de parameter die wordt bediend door een expressiepedaal dat is aangesloten op EXP.

7

PEDAL MODE

MOMENT, TOGGLE

Selecteert de bedieningsmodus voor de pedaalschakelaar op de PX-1.

Als PEDAL MODE is ingesteld op “TOGGLE”, kunt u de pedaalschakelaar lang indrukken om tikinvoer te gebruiken.

ACTION

OFF Ó ON, ON Ó OFF

Stelt in hoe de pedaalschakelaar op dit apparaat werkt als PEDAL MODE is ingesteld op “MOMENT”.