Selecteren hoe het effectgeluid wordt uitgevoerd (OUTPUT MODE)
Door de uitvoermodus te wijzigen, kunt u de manier wijzigen waarop het effectgeluid wordt uitgevoerd.
Volg de onderstaande stappen om de uitvoermodus te wijzigen.
- Schakel de RT-2 uit (haal de kabel uit de INPUT A (MONO)-aansluiting).
- Draai de [FAST]-regelaar naar de maximuminstelling (MAX).
- Draai alle andere regelaars behalve de [FAST]-regelaar naar de minimuminstelling (MIN).
- Zet de [MODE]-schakelaar in de “I”-stand.
- Schakel de stroom in door een stekker aan te sluiten op de INPUT A (MONO)-aansluiting terwijl u de pedaalschakelaar ingedrukt houdt.
- De CHECK-indicator knippert en het apparaat gaat in de instellingenmodus.
- Zet de [MODE]-schakelaar in de stand die overeenkomt met de gewenste uitvoermodus.
Stand [MODE]-schakelaar
Kleur CHECK-indicator
Uitleg
I
Kleur van huidige instelling
Geeft de huidige uitvoermodus weer.
De uitvoermodus is niet gewijzigd.
Raadpleeg de beschrijvingen van “rood” en “groen” hieronder voor een uitleg van de kleuren die overeenkomen met de huidige uitvoermodus.
II
Rood
Stereo-uitvoer: (fabrieksinstelling)
De OUTPUT A (MONO)- en OUTPUT B-aansluitingen worden gebruikt om individuele effecten uit te voeren, waardoor een stereo-effect ontstaat.
III
Groen
Effectgeluid (nat) + direct geluid (droog)
Het effectgeluid (nat) wordt uitgestuurd via de OUTPUT A (MONO)-aansluiting en het directe (droge) geluid wordt uitgestuurd via de OUTPUT B-aansluiting.
- Druk op de pedaalschakelaar.
- De CHECK-indicator knippert snel rood en de instelling van de uitvoermodus wordt in het geheugen opgeslagen.
- Het apparaat kan na ongeveer 2-3 seconden normaal worden gebruikt.
- Deze instelling wordt onthouden, zelfs nadat de stroom is uitgeschakeld.