Achterpaneel
- Zet het volume altijd helemaal op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt, om defecten of storingen aan de apparatuur te voorkomen.
Nummer | Naam | Uitleg |
|---|---|---|
1 | INPUT-aansluiting | Sluit hier uw gitaar of basgitaar aan. |
2 | THRU-aansluiting | Voert hetzelfde signaal uit dat binnenkomt via de INPUT-aansluiting. |
3 | OUTPUT-aansluiting | Sluit deze aansluiting aan op uw effectapparaat of versterker. |
4 | CTL 1, 2/EXP 2-aansluiting | De aansluiting als CTL 1/2 gebruiken Sluit een voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7; apart verkrijgbaar) aan om verschillende functies te bedienen. Raadpleeg “CTL-parameters” voor meer informatie. De aansluiting gebruiken als EXP-aansluiting U kunt een expressiepedaal (EV-30, Roland EV-5 of vergelijkbaar, apart verkrijgbaar) aansluiten en hem gebruiken om het effectvolume of andere parameters te regelen. Raadpleeg “CTL-parameters” voor meer informatie.
|
5 | MIDI (OUT, IN)-aansluitingen | Gebruik een TRS/MIDI-verbindingskabel (apart verkrijgbaar: BMIDI-5-35 of vergelijkbaar) om een extern MIDI-apparaat aan te sluiten. U kunt een extern MIDI-apparaat gebruiken om tussen geheugens op dit apparaat te schakelen. Gebruik deze aansluitingen niet om audioapparaten aan te sluiten. Dit kan een defect veroorzaken. |
6 | USB-poort | Deze wordt alleen gebruikt voor programma-updates.
|
7 | Aardingsklem | Sluit deze aan op een externe aarding. Deze moet indien nodig worden aangesloten. |
8 | DC IN-aansluiting | Sluit de meegeleverde netstroomadapter aan op deze aansluiting. Het apparaat wordt ingeschakeld als u een stekker in de DC IN-aansluiting steekt en het apparaat wordt uitgeschakeld wanneer u de kabel loskoppelt. |