MANUAL (handmatige modus)
Deze modus is voor het bedienen van de functies die aan elke schakelaar zijn toegewezen. De instelling kan voor elk geheugen en voor het systeem worden veranderd.
[É]-schakelaar | [Ç]-schakelaar | [C1]-schakelaar |
---|---|---|
Bedient de toegewezen functie. | Bedient de toegewezen functie. | Bedient de toegewezen functie. |
U kunt de hieronder weergegeven methode gebruiken om naar de handmatige modus te schakelen, naast het openen van de modus via het MENU-scherm dat wordt weergegeven in “De besturingsmodus selecteren”.
- Houd in de omhoog/omlaag-modus de [Ç]- en [C1]-schakelaars tegelijkertijd ingedrukt.
- Om dit vanaf een extern pedaal te bedienen, wijst u een functie toe zoals weergegeven in “Een functie toewijzen”.
De schakelaars in handmatige modus toewijzen
In de handmatige modus kunnen de functies die zijn toegewezen aan de [É][Ç][C1]-schakelaars als volgt worden gewijzigd.
- Druk op de [MENU]-knop.
- Tik op <CTL/EXP>.
- Tik op <ASSIGN SETTINGS>.
- Het ASSIGN SETTINGS-scherm verschijnt.
- Draai aan de [SELECT]-regelaar om ASSIGN NUMBER (NUM) te selecteren.
- Door aan de regelaar te draaien, verplaatst u het geselecteerde item verticaal.
- Gebruik de [1]–[4]-regelaars om parameters te selecteren of de waarden te bewerken.
Regelaar | Instelling | Uitleg |
---|---|---|
[1] | SOURCE | Selecteert de schakelaar waaraan de functie is toegewezen in de handmatige modus. |
[2] | MODE | Selecteert de bedieningsmodus voor de voetschakelaar die u hebt geselecteerd met de [1]-regelaar. TOGGLE: schakelt de instelling in/uit telkens u op de voetschakelaar drukt. MOMENT: de instelling staat normaal gesproken uit, maar wordt ingeschakeld wanneer de voetschakelaar wordt bediend. |
[3] | CATEGORY | Selecteert het effect dat met een voetschakelaar wordt bediend. |
[4] | PARAMETER | Selecteer de parameter voor het effect dat u met de [3]-regelaar hebt geselecteerd en die u met de voetschakelaar wilt bedienen. |
Elk ASSIGN NUMBER (NUM) voor de instellingen dat aan elk van de schakelaars is toegewezen, wordt weergegeven op het scherm van de besturingsmodus.
In het ASSIGN SETTINGS-scherm kunt u naast de voetschakelaarfuncties die in de handmatige modus worden gebruikt, verschillende functies toewijzen. Raadpleeg “ASSIGN SETTING” voor meer informatie.