Over het afspeelscherm
Het scherm dat verschijnt nadat u het apparaat inschakelt, wordt het “afspeelscherm” genoemd.
U kunt op de PAGE [Í] [Ë]-knoppen drukken om te schakelen tussen weergavemodi op het afspeelscherm (stemfunctie Ð weergavemodus voor geheugennummer Ð weergavemodus voor geheugennaam Ðbesturingsmodus Ð ketenmodus).
Weergavemodus voor geheugennummer (de in de fabriek ingestelde weergavemodus)
Weergavemodus voor geheugennaam
Besturingsmodus
U kunt op het scherm tikken om tussen geheugens te schakelen en de toegewezen functies te bedienen, op dezelfde manier als wanneer u de voetschakelaars op het bovenpaneel gebruikt.
MEMO
Het apparaat wordt weergegeven in de besturingsmodus wanneer u terugkeert naar het afspeelscherm nadat u BANK NUM (bank-/nummermodus) hebt geselecteerd.
Ketenmodus
Geeft weer hoe de effecten samen zijn geplaatst voor het geselecteerde geheugen.
- U kunt de effectketen in de ketenmodus niet bewerken met aanraakhandelingen op het afspeelscherm. Tik op het <EFFECTS>-pictogram linksboven of druk op de [EFFECT]-knop om de bewerkingsmodus te openen. Raadpleeg “Basisprocedure voor het bewerken van effecten” voor meer informatie.
Stemfunctiemodus
Druk op de [Í]-knop vanuit de weergavemodus voor geheugennummer om deze modus te bekijken.
MEMO
Sleep de respectieve parameters in het onderste deel van het scherm naar links of rechts om hun waarden te wijzigen. U kunt ook de [1]–[4]-regelaars onder het scherm gebruiken om de waarden te wijzigen.