Voorpaneel (het geluid aanpassen)
Naam | Uitleg | ||
---|---|---|---|
| INPUT-aansluiting | Sluit hier uw gitaar aan.
| |
| [GAIN]-regelaar | Regelt de vervorming van de versterker. | |
| [TYPE]-schakelaar | Selecteert het versterkertype. | |
BROWN | Een leadgeluid met een scherp randje, overgenomen van de BOSS WAZA Brown Sound. | ||
CRUNCH | Een dik crunchgeluid dat de nuances van uw aanslag reproduceert. | ||
CLEAN | Een helder en natuurlijk geluid. | ||
[VARIATION]-knop VARIATION-indicator | Wanneer de [VARIATION]-knop wordt ingeschakeld (de VARIATION-indicator licht op), schakelt het geluid over naar het variatiegeluid dat is geselecteerd met de [TYPE]-schakelaar. Wanneer de [TYPE]-schakelaar op “CLEAN” staat, krijgt u een geluid dat geschikt is voor akoestisch-elektrische gitaren of basgitaren. | ||
| [VOLUME]-regelaar | Regelt het volume. | |
| EQUALIZER | U kunt de driebands equalizer van het type Tone Stack gebruiken om authentieke geluiden te creëren. | |
[BASS]-regelaar | Regelt het volume van het frequentiebereik van de lage tonen. | ||
[MIDDLE]-regelaar | Regelt het volume van het frequentiebereik van de middentonen. | ||
[TREBLE]-regelaar | Regelt het volume van het frequentiebereik van de hoge tonen. | ||
| EFFECTS | Er zijn verschillende effecten beschikbaar. | |
[MOD/FX]-regelaar | Selecteert het effect dat u wilt gebruiken. Gebruik de regelaar om aan te passen hoeveel de effecten worden toegepast, binnen het opgegeven bereik voor elk effect op de regelaar. | ||
CHO | Chorus | ||
PHASE | Phaser | ||
TREM | Tremolo | ||
T.WAH | Touch wah | ||
DEF | Defretter | ||
SYNTH | Synth (*1) | ||
OCT | Octaaf | ||
(*1)
| |||
[REV/DLY]-regelaar | Gebruikt een reverb/delay-effect om een gevoel van sonische ruimtelijkheid te produceren. | ||
REV | Reverb | ||
SPRING | Spring reverb | ||
DLY | Delay | ||
DLY+REV | Delay + Reverb | ||
| [TUNER / ġ (Bluetooth®)]-knop | Druk hierop als u de tuner wilt gebruiken. Houd de knop bij het maken van een verbinding via Bluetooth® minstens drie seconden lang ingedrukt. | |
TUNER ()-indicators | Deze indicators geven de status van de tuning weer wanneer u de tuner gebruikt. | ||
| ą (PHONES) / REC-aansluiting | Gebruik dit als een hoofdtelefoonaansluiting of als een uitgangsaansluiting voor het opnemen. Hiermee krijgt u gitaargeluiden, net alsof u door de luidspreker speelt. MEMO
| |
| POWER-indicator | Geeft de status van de stroomtoevoer of het opladen aan. | |
| POWER-schakelaar | Schakelt de stroom van dit apparaat in ( kant) of uit ( kant).
| |
| 5 V -poort (USB Type-C®) | Sluit deze aan op een in de handel verkrijgbare USB-netstroomadapter (minstens 5 V/2 A) om dit apparaat van stroom te voorzien of op te laden.
MEMO Raadpleeg het infoblad “Lees mij eerst” voor informatie over het opladen. |
Display van de POWER-indicator
Display | Status |
---|---|
Gedoofd | Apparaat uitgeschakeld |
Rood opgelicht | Apparaat ingeschakeld |
Oranje knipperend | Uitgeschakeld en aan het opladen |
Oranje opgelicht | Ingeschakeld en aan het opladen OPMERKING Sommige USB-netstroomadapters kunnen lijnruis produceren wanneer ze worden aangesloten. Als dit gebeurt, raden we u aan een andere USB-netstroomadapter te gebruiken of het apparaat eerst op te laden, de USB-netstroomadapter los te koppelen en vervolgens het apparaat los te koppelen. |
Rood knipperend | Oplaadbare batterij bijna leeg Laad de batterij zo snel mogelijk op. |
Snel rood knipperend | Mogelijk gebruikt u het apparaat buiten het bereik van de bedrijfstemperatuur (0–40 ºC). Gebruik het apparaat alleen binnen het opgegeven temperatuurbereik. |
Snel oranje knipperend | Mogelijk laadt u het apparaat op buiten het bereik van de oplaadtemperatuur (5–30 ºC). Laad het apparaat alleen op binnen het opgegeven temperatuurbereik. |