Bovenpaneel

1. Poorten en aansluitingen

Bedieningselement

Uitleg

CHARGE-indicator

Bij opladen via USB-poort:

Oranje (opgelicht): wordt opgeladen.

Groen (opgelicht): opladen is voltooid.

Groen en oranje (knipperend): er is een oplaadfout opgetreden.
Neem contact op met uw dealer of Roland-support.

https://www.roland.com/support/

Bij niet opladen via USB-poort:

Rood (opgelicht): het resterende batterijvermogen is laag. Laad de batterij op.

De P-6 wordt binnen 30 minuten uitgeschakeld.

SYNC IN-aansluiting

Gebruik deze aansluiting om synchronisatiesignalen van een extern apparaat in te voeren.

SYNC OUT-aansluiting

Gebruik deze aansluiting om synchronisatiesignalen naar een extern apparaat uit te voeren.

MIX IN-aansluiting

Dit is een invoeraansluiting voor audiosignalen.

Het geluid van aangesloten apparaten wordt uitgevoerd vanaf de MIX OUT-aansluiting.

MIX OUT/HEADSET-aansluiting

Dit is een uitvoeraansluiting voor audiosignalen.

Op deze aansluiting kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.

U kunt hier ook een headset aansluiten.

Als u een headset op deze aansluiting hebt aangesloten, werkt de aansluiting ook als een MIC IN-aansluiting.

[VOLUME]-regelaar

Regelt het volume van de audio van de MIX OUT-aansluiting.

MEMO

  1. Gebruik een kabel met monoministekkers om verbinding te maken met/van de SYNC (IN/OUT)-aansluitingen. Deze aansluitingen werken niet correct wanneer u een kabel met stereoministekkers gebruikt.
  2. Sluit geen audioapparaat aan op de SYNC OUT-aansluiting. Dit kan een defect veroorzaken.
  3. Als een extern apparaat is aangesloten op de SYNC IN-aansluiting, synchroniseert het apparaat met de klokken die zijn ingevoerd naar de SYNC IN-aansluiting, ongeacht de MIDI Clock Sync-instelling.
  4. Gebruik kabels met stereoministekkers om verbinding te maken met/van de MIX (IN/OUT)-aansluitingen. Deze aansluitingen werken niet correct wanneer u een kabel met monoministekkers gebruikt.
  5. Gebruik een headset met een CTIA-ministekker (4-polig) wanneer u deze aansluit op de MIX OUT/HEADSET-aansluitingen.

2. Algemeen

Bedieningselement

Uitleg

Display

Dit is een leddisplay met vier cijfers en zeven segmenten.

[TEMPO/VALUE]-regelaar

Wijzigt de waarden die worden weergegeven op het display.

[SHIFT]-knop

Gebruik deze in combinatie met andere bedieningselementen.

[PATTERN]-knop

Zet het apparaat in de patroonselectiemodus.

[ø]-knop

Speelt het patroon af.

Druk opnieuw op de knop om het afspelen te stoppen.

[ó]-knop

Schakelt een patroon dat in realtime werd ingevoerd naar de opnamestand-bymodus.

In deze modus kunt u de patroonopname starten door op de [ø]-knop te drukken (Uw uitvoering in realtime opnemen (real-time input)).

3. Effecten

Bedieningselement

Uitleg

[CTRL1][CTRL3]-regelaars

Configureert de effecten.

Raadpleeg “Effecten en effectparameters” voor meer informatie.

[LOOPER]-knop

Schakelt de DJFX Looper in/uit.

Dit effect herhaalt het geluid in korte cycli.

U kunt ook de afspeelrichting (vooruit/achteruit) en de afspeelsnelheid wijzigen voor het ingevoerde geluid.

[PITCH]-knop

Schakelt de Chromatic PS in/uit.

Dit effect verandert de toonhoogte.

[DELAY]-knop

Schakelt de Sync Delay in/uit.

Geeft een echo-effect gesynchroniseerd met het tempo.

[FILTER]-knop

Schakelt de Filter+Drive in/uit.

Dit is een filter met overdrive.

Het kapt de gespecificeerde frequenties af en voegt vervorming toe.

[SCATTER]-knop

Schakelt de Scatter in/uit.

Dit effect verwisselt het geluid dat wordt afgespeeld door een lus in stappen en wijzigt de afspeelrichting en gate-lengte.

Dit zorgt voor een digitaal groove-gevoel bij het afspelen van de lus.

[MFX]-knop

Schakelt de effecten in/uit.

Druk op een stapknop terwijl u de [MFX]-knop ingedrukt houdt om de effecten te selecteren.

Raadpleeg “Effecten en effectparameters” voor meer informatie.

4. Sample-bewerking

Bedieningselement

Uitleg

[PITCH]-regelaar

Stelt de sample-toonhoogte in.

[START]-regelaar

Specificeert de positie waarop de sample begint met spelen.

[END]-regelaar

Specificeert de positie waarop de sample stopt met spelen.

[LEVEL]-regelaar

Stelt het samplevolume in.

[SAMPLING]-knop

Hiermee kunt u samplen.

U kunt ook samples importeren vanaf een computer.

Raadpleeg “Samples laden (Import)” voor meer informatie.

[LO-Fi]-knop

Als deze is ingeschakeld, wordt het Lo-Fi-effect gebruikt om de geluidskwaliteit van het afspelen te verlagen (waardoor de bitsnelheid van de sample wordt verlaagd).

Druk op de [LO-Fi]-knop terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt om de intensiteit van het Lo-Fi-effect in te stellen (De intensiteit van het Lo-Fi-effect instellen en controleren).

[GATE]-knop

Wijzigt de afspeelmodus voor samples.

De manier waarop samples worden afgespeeld wanneer u op samplepads drukt, is afhankelijk van de afspeelmodus.

Raadpleeg “De afspeelmodus voor samples wijzigen (gate/one-shot)” voor meer informatie.

Druk op de [GATE]-knop terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt zodat de toetsen van het klavier tegelijkertijd de samples laten activeren.

Raadpleeg “Dezelfde sample over elkaar leggen en triggeren (polyfoon)” voor meer informatie.

[DELETE]-knop

Verwijdert een sample.

Wanneer de [SAMPLING]-knop brandt (in de samplemodus), drukt u op de [DELETE]-knop om de microfoon te dempen.

[LOOP]-knop

Als deze is ingeschakeld, wordt de sample in een lus afgespeeld.

U kunt de richting wijzigen waarin de lus wordt afgespeeld.

Raadpleeg “De afspeelrichting van de sample selecteren” voor meer informatie.

MEMO

Wanneer de [GATE]-knop is uitgeschakeld (one-shot), stopt de lus niet met afspelen, zelfs niet nadat u uw vingers van de samplepads hebt gehaald. Als u het afspelen van de sample wilt stoppen, drukt u opnieuw op de samplepads.

[A/E][D/H]-knoppen

Hiermee schakelt u tussen de padbanken (banken A–D).

Als banken A–D zijn geselecteerd, branden de [A/E][D/H]-knoppen.

Om banken E–H te selecteren, drukt u twee keer op de [A/E][D/H]-knoppen.

Als banken E–H zijn geselecteerd, knipperen de [A/E][D/H]-knoppen.

Druk op de [A/E]-[D/H]-knoppen terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt om de banksamples te dempen.

5. Pads

Bedieningselement

Uitleg

Samplepads [1][6]

Deze spelen de samples af die aan elke samplepad zijn toegewezen.

MEMO

  • De instellingen voor elke samplepad worden opgeslagen in het systeem van de P-6 en worden door alle patronen gemeenschappelijk gebruikt.
  • Druk op een samplepad terwijl u de [PATTERN]-knop ingedrukt houdt om een samplepad te selecteren zonder deze af te spelen.
  • Druk op samplepads terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt om de noten van de pads te dempen.
    De dempinstellingen worden opgeslagen in de patronen.

[GRANULAR]-pad

Deze activeert de granulaire sampler.

MEMO

  • De klankinstellingen worden opgeslagen in de patronen.
  • Druk op een samplepad terwijl u de [PATTERN]-knop en de [GRANULAR]-pad ingedrukt houdt om een sample te selecteren die door de granulaire sampler wordt gebruikt.
  • Druk op de [GRANULAR]-pad terwijl u de [PATTERN]-knop ingedrukt houdt om de [GRANULAR]-pad te selecteren zonder de granulaire sampler te activeren.
  • Druk op de [GRANULAR]-pad terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt om de noten van de [GRANULAR]-pad te dempen.
    De dempinstellingen worden opgeslagen in de patronen.
  • Druk op de [GRANULAR]-pad terwijl u de stapknop ingedrukt houdt om elke stap te bewerken.

6. Stap/klavierknoppen

Bedieningselement

Uitleg

Stapknoppen

Deze knoppen worden gebruikt voor het schakelen tussen patronen en banken, het invoeren van noten voor de sampler en de granulaire sampler, enzovoort.

[KYBD]-knop

Wanneer de [KYBD]-knop is ingeschakeld, werken de stapknoppen als klavierknoppen.

U kunt de klavierknoppen gebruiken om de sample die u hebt geselecteerd af te spelen met de samplepads als noten op een schaal.