Noten bewerken

Hier ziet u hoe u de noten die u invoert kunt bewerken.

  1. Druk lang op de stapknop van de stap die de uitvoeringsgegevens bevat die u wilt wijzigen.
  2. De uitvoeringsgegevens van de geselecteerde stap worden weergegeven.
  3. Houd de stapknop ingedrukt van de stap die de uitvoeringsgegevens bevat die u wilt wijzigen en druk op de [GRANULAR]-pad om de uitvoeringsgegevens te selecteren die u wilt bewerken.
  4. Als u op de [GRANULAR]-pad drukt terwijl u een stapknop ingedrukt houdt, verandert het display in de volgende volgorde.

  5. Item

    Instelbereik

    Uitleg

    Note number

    n. C-– n. G9(C-1–G9)

    Stelt het nootnummer in.

    C´5 wordt bijvoorbeeld weergegeven als n.Cģ5.

    • Als er een akkoord is ingevoerd, wordt het laagste nootnummer in het akkoord weergegeven. Wanneer u deze waarde bewerkt, veranderen de andere noten dienovereenkomstig.

    Velocity

    v. 1–v.127

    Stelt de snelheid in.

    • Als er een akkoord is ingevoerd, wordt de hoogste snelheidswaarde die in het akkoord is gebruikt, weergegeven. Nadat u deze waarde hebt bewerkt, worden de andere noten op dezelfde waarde ingesteld.

    Probability

    U kunt de waarschijnlijkheidsfunctie gebruiken om een patroon in verschillende variaties te laten spelen, terwijl datzelfde patroon blijft spelen.

    Gebruik de Master Probability-instelling als u de waarschijnlijkheid massaal wilt wijzigen, voor alle stappen die zijn ingesteld op 90 of lager.

    • Het effect wordt toegepast op alle noten in de stap.

    P. 0–P.100

    Hierdoor worden de noten geactiveerd op basis van de waarschijnlijkheid die u opgeeft.

    Wanneer de [ó]-knop niet oplicht, wordt de waarschijnlijkheid toegepast op alle noten in de stap.

    Wanneer de [ó]-knop en [KYBD]-knop oplichten, wordt de waarschijnlijkheid alleen toegepast op de geselecteerde noot.

    P.1st

    De noten worden alleen de eerste keer afgespeeld.

    P. n1

    De noten spelen niet de eerste keer, maar spelen elke keer daarna.

    P.1_2–P.8_8

    Als het patroon is ingesteld om herhaaldelijk af te spelen, worden de noten slechts tot het opgegeven aantal keren herhaald.

    Als u bijvoorbeeld een instelling van “P.2_4” gebruikt, wordt het patroon vier keer herhaaldelijk afgespeeld, maar worden de noten alleen bij de tweede keer getriggerd.

    Gate time

    G. 0–G.150

    Stelt de gatetijd (nootlengte) in.

    MEMO

    • Wanneer het totaal van de waarden van de gatetijd en de micro-timing 100 of hoger zijn en hetzelfde nootnummer wordt ingevoerd in de volgende stap, wordt dit gespeeld als een overbinding.
      Als hetzelfde nootnummer wordt ingevoerd voor de laatste en de eerste stappen in het patroon, wordt dit ook afgespeeld als een overbinding.
    • Als er een akkoord is ingevoerd, wordt de langste gatetijd weergegeven.
      Wanneer u de gatetijd wijzigt, wordt dezelfde waarde ingesteld voor alle noten.

    Micro-timing

    t.-50–t. 99 (%)

    Dit verschuift de timing die wordt gebruikt om noten af te spelen, vooruit of achteruit.

    Negatieve waarden maken het afspelen eerder dan de begintijd van elke stap, en positieve waarden maken het afspelen later.

    MEMO

    • Wanneer Play Quantize is ingesteld op “ON”, krijgt de Play Quantize-instelling prioriteit en wordt de instelling van de micro-timing uitgeschakeld.
    • Wanneer u in realtime noten hebt ingevoerd met de Rec Quantize-instelling (zie “Uw uitvoering in realtime opnemen (real-time input)”) op “ON”, wordt de micro-timing ingevoerd met een instelling van nul (de instelling van de micro-timing is uitgeschakeld).

    Sub step

    Verdeelt de af te spelen stap.

    Als bijvoorbeeld ooÈ wordt aangegeven, wordt de stap in drie delen verdeeld, waarbij het eerste en tweede deel worden gespeeld en het derde deel niet wordt gespeeld.

    • Dit heeft invloed op alle noten binnen de stap.
    • Dit heeft geen effect op stappen waarvoor geen noten zijn gespecificeerd, of op stappen die midden in de overbinding staan.
  6. Draai aan de [TEMPO/VALUE]-regelaar terwijl u de stapknop ingedrukt houdt om de waarde te wijzigen.

MEMO

  1. U kunt de patrooninstellingen herstellen naar hoe ze waren voordat ze werden bewerkt.
    Raadpleeg “De huidige patrooninstellingen herstellen naar hun oorspronkelijke status” voor meer informatie.
  2. U kunt ook alleen de patroonsequentiegegevens herstellen naar de manier waarop deze waren vóór het bewerken.
    Raadpleeg “De sequentiegegevens van het huidige patroon herstellen” voor meer informatie.