Problemen oplossen
Probleem | Te controleren items | Actie |
---|---|---|
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld | Is een stekker aangesloten op de INPUT A (MONO)-aansluiting? | Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten. |
De batterij is mogelijk bijna leeg. | Vervang de batterij door een nieuwe batterij. Als u netstroom gebruikt, zorg er dan voor dat de netstroomadapter (apart verkrijgbaar) correct is aangesloten. | |
Is de opgegeven netstroomadapter van de PSA-reeks (apart verkrijgbaar) correct aangesloten? | Zorg ervoor dat de netstroomadapter goed is aangesloten. | |
De CHECK-indicator is gedoofd of licht herhaaldelijk op en wordt vervolgens donker | De batterij is mogelijk bijna leeg. | Vervang de batterij door een nieuwe batterij. Als u netstroom gebruikt, zorg er dan voor dat de netstroomadapter (apart verkrijgbaar) correct is aangesloten. |
Geen geluid | Zijn de instellingen voor de uitvoermodus correct gemaakt? | Controleer de instellingen van de uitvoermodus en de OUTPUT-aansluiting. Ó“Selecteren hoe het effectgeluid wordt uitgevoerd (OUTPUT MODE)” |
Is uw uitvoerapparaat correct aangesloten op de OUTPUT-aansluiting? | ||
Het geluid vervormt niet wanneer u aan de [DRIVE]-regelaar draait of het geluid is gedempt of dun | De [DRIVE KNOB]-schakelaar staat misschien in de “BALANCE”-stand. | Zet de [DRIVE KNOB]-schakelaar in de “DRIVE”-stand en draai vervolgens aan de [DRIVE]-regelaar. |
Het uitvoergeluid is lawaaierig | De batterij is mogelijk bijna leeg. | Vervang de batterij door een nieuwe batterij. Als u netstroom gebruikt, zorg er dan voor dat de netstroomadapter (apart verkrijgbaar) correct is aangesloten. |