Taal
Italiano
Nederlands
Español
Deutsch
Français
Português (Brasil)
简体中文
日本語
English (US)
Start
Aan de slag
De apparatuur aansluiten
De stroom in-/uitschakelen
Het apparaat na een bepaalde tijd automatisch laten uitschakelen (AUTO OFF)
De invoer configureren zodat het overeenkomt met het instrument dat u aansluit
Een naam geven aan INPUT SETTINGS: 1–10
Het type versterker opgeven dat u hebt aangesloten
Het volume regelen
De stemfunctie gebruiken
Spelen
Een geheugen selecteren
De besturingsmodus selecteren
UP/DOWN (omhoog/omlaag-modus)
BANK NUM (bank-/nummermodus)
MANUAL (handmatige modus)
Over het afspeelscherm
Favoriete parameters toewijzen aan de [1]–[4]-regelaars
Bewerken: effecten
Basisprocedure voor het bewerken van effecten
Effectplaatsing
Klanken wisselen zonder het geluid te onderbreken
De staart van het effect (delay, reverb, enzovoort) behouden wanneer het effect is uitgeschakeld (carryover)
Carryover inschakelen bij het wisselen van geheugen
Carryover inschakelen bij het schakelen tussen klanken binnen een geheugen
Geheugens opslaan (WRITE)
Bewerken: MENU
Basismenubewerkingen
Het contrast (de helderheid) van het display instellen
De kleuren voor het display en de voetschakelaars instellen
De fabrieksinstellingen herstellen (fabrieksreset)
Verbinding maken met een computer
Draadloze verbinding met een mobiel apparaat
De BT-DUAL aansluiten
Luisteren naar geluid via een draadloze verbinding met een mobiel apparaat
De GX-10 bedienen vanaf een app op een mobiel apparaat
Instellingen voor voetschakelaars en expressiepedalen
Een functie toewijzen
ASSIGN SETTING
ASSIGN-parameterlijst
Toewijzingen maken vanaf het effectbewerkingsscherm (Quick Assign)
TARGET-lijst
Virtueel expressiepedaalsysteem (intern pedaal/wavepedaal)
Het expressiepedaal regelen (pedaalkalibratie)
Externe pedalen aansluiten
Looper
Overzicht van foutmeldingen
Belangrijkste specificaties